Fases van de bavalling

De verschillende fase’s tijdens de bevalling

In de nachten voorafgaand aan de bevalling slapen vrouwen vaak slecht als gevolg van het samentrekken (contracties) van de baarmoeder. Er kunnen urenlang regelmatige weeën zijn die uiteindelijk weer afzakken. Beginnende weeën voelen vaak pijnlijk in de onderbuik aan. Als de weeën toenemen breidt de pijn vaak uit naar de onderrug en straalt soms uit naar de bovenbenen.

De latente fase

In de latente fase zijn er regelmatige contracties die de baarmoedermond doen verweken, dun laten worden (verstrijken) en laten centreren. Ook treedt er beginnende ontsluiting op. De baarmoedermond is normaal een tuutje van ongeveer 4 cm lang. Onder invloed van de hormonen en weeën zal de baarmoedermond langzaam dun en plat worden, dit wordt uitrijpen genoemd. Dit uitrijpen en verstrijken van de baarmoedermond is een belangrijk proces wat moet plaatsvinden voordat de baarmoedermond goed kan gaan openen.

Het verstrijken van de baarmoedermond gebeurd voor de bevalling, vaak bij de nog onregelmatige weeën, menstruatieachtige krampen of weeën die regelmatig, maar langzamer dan 5 minuten komen. Langzaam zal dit over gaan in weeën die meer ontsluiting geven. Het overgaan van onregelmatige voorweeën naar regelmatige ontsluitingsweeën is een fase waar geen strikte tijd voor staat. Dit kan variëren tussen een aantal uur en een hele dag. Tijdens de latente fase kan vaak nog goed gepraat worden en lukt het nog goed om de weeën op te vangen. De latente fase eindigt bij ongeveer 4 cm ontsluiting.

Tekenen

Tekenen is het verlies van bloederig slijm, de slijmprop. Dit duidt er vaak op dat er enige ontsluiting is, maar het kan ook het gevolg zijn van een inwendig onderzoek. Dit is nog geen teken dat de bevalling doorzet, hier kunnen soms nog een paar dagen overheen gaan.

De vliezen

De vliezen hebben een belangrijke functie. Tijdens de weeën puilen de vliezen uit de baarmoedermond waardoor de baarmoedermond verstrijkt en opent. Staande vliezen beschermen de baby tegen infecties en het hoofdje wordt tijdens de weeën minder belast doordat de vliezen de weeënkracht overbrengen op de ontsluitingsrand. Bij 10% van de vrouwen breken de vliezen voordat de bevalling begonnen is, waarvan het merendeel dan binnen 24 uur bevalt.

De actieve fase

Als de bevalling overgaat in de actieve fase wordt het moeilijker om de weeën op te vangen. Je zult je nu echt goed moeten concentreren om de weeën goed op te vangen. Probeer tijdens de weeënpauze’s dan ook even helemaal te ontspannen om je zo op te laden voor de volgende wee. Tijdens de actieve fase van de baring zullen de weeën toenemen in kracht, duur en frequentie. In de actieve fase is de verwachte ontsluitingssnelheid ongeveer 1 cm per uur.

Voor het ontsluiten van de baarmoedermond heb je regelmatige weeën nodig die binnen de 5 minuten terugkeren en die ongeveer 60 seconden aanhouden. Hoe langer de druk van het hoofdje of de vliezen op de ontsluitingsring hoe effectiever de weeën zijn. Dus hoe langer de weeën aanhouden hoe effectiever de weeën zullen zijn.

Vrijwel iedere zwangere komt tijdens de bevalling wel eens in een fase dat ze het even niet meer ziet zitten. Dit is heel normaal en een peptalk van je partner, moeder of verloskundige doet vaak wonderen. Tegen het eind van de ontsluiting zijn de weeën vaak zo heftig dat regelmatig geroepen wordt: “Ik kan niet meer!”. Dit is vaak een teken dat je met de laatste loodjes van de ontsluiting bezig bent. Als je dan eenmaal volledige ontsluiting hebt bereikt (+/- 10cm) is de weg helemaal vrij om te gaan persen.

De uitdrijving

Het is vaak even omschakelen om echt te gaan persen. Na al het puffen mag je ineens gaan meegeven met de druk die je voelt. De verloskundige probeert je hierin zo goed mogelijk te coachen. Als je je eerste kindje krijgt kan het persen soms nog even duren. Gemiddeld duurt dit ongeveer een uur, maar soms neemt het meer tijd in beslag. Als het je tweede of volgende kindje is kan dit veel sneller gaan en neemt het vaak een kwartier tot een half uur in beslag. Persen kun je in allerlei houdingen en op allerlei manieren doen. Het mag rustig op bed liggend, zittend op de baarkruk, of in een bad. Het maakt niet uit.

Probeer van tevoren te bedenken wat je prettig lijkt zodat je bijvoorbeeld een bad kunt huren. Bespreek het altijd even van tevoren met de verloskundige, zodat er op jouw wensen ingesprongen kan worden. Als dan na lang wachten en na hard werken jullie kindje geboren wordt, gaat de bevalling over in het nageboorte tijdperk.

Het nageboorte tijdperk

Als jullie kindje geboren is zal deze kort na de geboorte worden afgenaveld. Er worden klemmen op de navelstreng gezet, waarna de navelstreng kan worden doorgeknipt. Die eer is bijna altijd voor de kersverse vader. Als de navelstreng is doorgeknipt wordt jullie kindje door de verloskundige gewogen en gecontroleerd. Na de geboorte van jullie kindje zit de placenta (moederkoek) nog in de baarmoeder. Om de placenta geboren te laten worden ondersteunt de verloskundige of kraamverzorgster je buik.

Meestal wordt de placenta dan binnen een half uur geboren. Wanneer dit langzamer gaat, wordt er soms een prik met het bevallingshormoon oxytocine in je bovenbeen gegeven om zo de geboorte van de placenta te bespoedigen.

Als de placenta eenmaal geboren is zit er een wond in je baarmoeder die langzaam moet genezen. Dit betekend dat je na de bevalling helder rood bloed verliest, vergelijkbaar met een heftige menstruatie. Dit zal de eerste twee dagen aanhouden en dan langzaam steeds iets minder worden. Het bloedverlies na de bevalling kan 4 tot 6 weken aanhouden.

bron: http://www.dezonverloskunde.nl